Doornspijk - klooster Karmeliten-Hull 0000.0011

 

        Literatuur

- Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden. Derde deel: C en D. Gorinchem (Jacobus Noorduyn), 1841. [608 blz. ISBN -]. Hierin "Karmeliten-Hull": blz. 448 (Het dorp Doornspijk "was eene zeer oude plaats, waar men reeds, in het jaar 719, toen het bisdom Utrecht verrees, en de Veluwe daarvan een leen werd, een klooster stichte" (...) "Vervolgens schonk Otto de Groote, in 950, bij zijnen openbaren brief van 12 Mei, ten behoeve van den Bisschoppelijken stoel onder Balderik, tot eenen vrijen eigendom het klooster binnen Thornspijc" (...) "In 1270 werd dit klooster door de broeders van de orde der heilige maagd of Karmeliten in bezit genomen, en sedert is de plaats waarop dit klooster verder werd uitgebreid het Karmeliten-Hull genaamd")